Momenteel staat het roofvissen op een heel laag pitje bij mij. Het is eigenlijk karper vissen wat de klok slaat. De boot is al 2 maanden de garage niet uit geweest en zal er de komende maand ook nog in blijven. Dat karper vissen viel goed te combineren met het werk in en om het huis. Dat maakt wel dat ik de verloren roofvistijd dit najaar dubbel en dwars ga inhalen.
Net terug uit Zweden en het is weer eens tijd om het kunstaasrek in te duiken. In dit geval letterlijk want een deel van het kunstaas moet terug de rekken in. Dat rek moet trouwens weer wat uitgebreid worden want er is nog wel het een en ander bijgekomen.Lees verder “Het kunstaasrek van Frans Oomen- deel 5”
Wat we tot dusver al gehad hebben zijn pluggen, jerkbaits en spinnerbaits. Tijd voor een softbait dus. Het is zo dat ik daar wat minder mee vis als het om snoek kunstaas gaat maar gek genoeg zijn mijn grootste vissen er wel mee gevangen.
Tekst en foto’s: Frans Oomen
In helder water vis ik graag met zwart.
Mijn favoriet bewaar ik nog even voor later. Ik ga een klein beetje reclame maken, doe er mee wat je wil. En als je er wat van opsteekt en het met ander kunstaas gaat doen vind ik het ook goed. Zolang de boodschap maar overgekomen is. Lees verder “Het kunstaasrek van Frans Oomen- deel 4.”
In het rijtje “ken uw klassiekers” wil ik graag een van mijn favoriete pluggen met jullie bespreken. De Joe Bucher Depth Raider is voor vele een plug zoals alle anderen maar persoonlijk vind ik dat hij op een paar punten met kop en schouders boven de concurrentie uit steekt.
Waar ik in deel 1 maar een stuk kunstaas besproken heb neem ik er nu 2 onder de loep. Ik ga proberen een soort van mix te maken in verschillende type kunstaasjes. De vorige keer keken we naar een jerkbait dus is het nu tijd voor een spinnerbait en een plug.
In 2005 kocht ik mijn eerste kunstaas in de VS. Ik was een vaste klant bij Rollie and Helen’s muskyshop. Een keer of 5 per jaar kwam er wel een doos met kunstaas deze kant op. Toen was het nog leuk om wat te bestellen in de VS maar tegenwoordig is dat geen pretje meer. En het ziet er ook niet naar uit dat er verbetering in komt met de koers die de Amerikanen momenteel varen. Lees verder “Het kunstaasrek van Frans Oomen- deel 2.”
Het is al weer een hele tijd geleden dat ik nog eens een stuk voor Roofvisweb geschreven heb. Voorheen schreef ik graag een stukje als ik daar zin in had. Zowel over roofvis als over karper. De winkel waar ik voor viste (Hengelsport De Kock) sloot recent zijn deuren en dus had ik even wat meer rust. Dat vond ik ook wel weer fijn op zich.
Tekst en Foto’s: Frans Oomen
Gaandeweg kwam ik er achter dat ik toch wel graag wat wilde schrijven en dus heb ik met Frank van Vliet weer eens contact opgenomen. Dat contact was als vanouds. Alsof we elkaar vorige week nog gesproken hebben. Lees verder “Het kunstaasrek van Frans Oomen- deel 1.”
“Hey joh, wanneer schrijf jij weer eens wat?” vraagt Frank op het Roofvisevent in Gouda. Na 2 jaar is er eindelijk weer eens een beurs en jongens wat heb ik dit gemist. Frank is nog steeds Frank en vraagt dus recht op de man af of je wat hebt voor Roofvisweb.
Ik heb de afgelopen jaren redelijk wat geschreven maar dat ging vooral over karpers. En omdat het hier geen Karperwereld Online is (komt het niet op hoor!) maar Roofvisweb was het stil. Lees verder “Frans Oomen Vergeten Kunstaas”
De nieuwe visserijwet en meer aandacht voor de snoekstand. In 1954 besluiten zowel de Eerste als Tweede Kamer dat het omstreden Pachtbesluit Visrecht 1941, waardoor het o.a. verboden was viswater te verpachten aan sportvissers, niet zal worden verlengd en daarvoor in de plaats komt de gewijzigde visserijwet. Op 1 februari 1955 wordt de Kamer voor de Binnenvisserij geïnstalleerd door minister Sicco Mansholt en wordt ook deze gewijzigde visserij wet van kracht. Zowel de AHB als het CNHV zijn lid van dit orgaan. In De Nederlandsche Hengelsport van maart 1955 kan men lezen dat er een mijlpaal is bereikt en het recht van de sport op het pachten van viswater in de wet is vastgelegd. Lees verder “Jan Eggers 100 jaar snoeken in Nederland, deel 5”
In de eerste hoofdstukken heb ik de eerste 50 jaren van de 20ste eeuw behandeld en nu wordt de periode 1950 tot 2013 aan een snoek kundig onderzoek onderworpen. Zeer waarschijnlijk zal ik nu nog meer het volgende probleem hebben: waar moet ik wel over schrijven en waarover niet? Omdat ik het snoeken in de praktijk en de ontwikkeling van de snoekvisserij in deze laatste periode van zeer nabij heel bewust heb meegemaakt, zal ik zeer waarschijnlijk vele toch wel interessante snoekzaken niet kunnen noemen. Want zeg nu zelf, een dikke halve eeuw Nederlandse snoekgeschiedenis past niet eens in een boek, laat staan in enkele A-viertjes. Genoeg daarover, laten we nu kijken hoe in de jaren 50 op Esox lucius werd gevist.Lees verder “Jan Eggers 100 jaar snoeken in Nederland, deel 4”
Rare naam voor een artikel zul je nu misschien denken, maar als je leest hoe ik aan deze naam kom gaat je misschien een lichtje branden. Bij het verwijderen van wat oude elektrische bedrading in huis kwam ik verschillende kleuren elektriciteitsdraad tegen ,en bedacht me ineens hoe ik die kleuren toe kon passen in bijvoorbeeld het bouwen van spinners.Want als de elektriciteitsdraad is verwijderd houden we een mooi gekleurd stukje soepel kunststof over met een perfecte binnen en buiten diameter om je spinners mee te versieren.
Tekst en foto’s: Jack vd Mortel.
Elektriciteitsdraad ontdaan van de buiten mantel.
Na de ommanteling van de elektriciteitsdraad gehaald te hebben is deze meteen klaar voor gebruik. Verder natuurlijk nog de “normale” gereedschappen voor het bouwen van grote en kleine spinners. Zoals roestvrij staaldraad,hier gebruik ik voor de kleinere spinners zoals in dit artikel vermeld ,een dikte van 0,8 mm dikte. Een kniptangetje voor het knippen van de draad en een rondbek tangetje voor het draaien van de oogjes aan de draad. Maar een dikke spijker zou ook kunnen.
Kniptangetje en rondbek tangetje ,voor het buigen van oogjes aan de draad.
Om de ommanteling van de elektriciteitsdraad op lengte te maken gebruik ik een scheermesje, maar een schaar of het kniptangetje kan ook hiervoor worden gebruikt. Allereerst buigen we een oogje aan de draad, waarna het ruitertje met het gewenste spinnerblad op de draad wordt geschoven. Daarna een kraaltje om de ruiter en het blad goed te laten draaien. Er zijn zelfs ruitertjes waarvan de spinnerbladen kunnen worden verwisseld tijdens het vissen, zo kan je tijdens een vissessie ook nog van kleur blad wisselen.
Ruitertjes om tijdens het vissen van blad te wisselen.
Nu komt het op je fantasie aan en worden er stukjes van de gekleurde ommanteling geknipt of gesneden om zo verschillende kleuren combinaties te maken. Grote stukjes, kleine stukjes, al dan niet voorzien met af en toe een gekleurd kraaltje . Die worden in zakjes verkocht. Maar ook een goedkoop kralensnoertje is kapot te knippen om de kraaltjes te gebruiken. Ik koop daarvoor wel eens een zeer goedkoop kralen snoertje bij de action of rommelmarkt. Zo ook deze zilverkleurige als op de foto. Wil je wat dieper vissen is je spinner natuurlijk ook te verzwaren met de daarvoor bestemde body’s, nog steeds is dit dan te combineren met de kleuren van jou keuze.
Ruitertjes , kraaltjes, verzwaarde body’s.
Kortom een aasje bouwen naar de kleur die voor jou het beste lijkt te werken. En verandering van spijs, in dit geval “kleur” doet eten. En dat geldt natuurlijk ook voor onze rovers.
Resultaat van een uurtje knutselen.
Mochten er toch nog wat vragen zijn, of wil je gewoon alles in de praktijk eens willen bekijken. Ik ben alle dagen op de Visma bij de stand van “ROOFVISWEB” aanwezig met de nodige materialen en help je uiteraard graag verder.