Roofblei, een betrekkelijk nieuwe rover die momenteel te vinden is op bijna alle grote wateren van Nederland. Ook in de polder kom je ze al steeds vaker tegen. De roofblei is een karperachtige exoot en komt oorspronkelijk uit het Donau gebied tot aan de Aral zee. Hoewel in 1984 al de eerste melding was van roofblei op de Nederlandse wateren heeft deze rover pas goed zijn intocht gedaan met de opening van het Main-Donaukanaal in 1992. Vandaag de dag is de roofblei niet meer weg te denken uit de meeste Nederlandse wateren.
Tekst, foto’s en film: Dennis Horvath.
Voor het vissen op deze prachtige vis gebruik ik een iets zwaardere en langere hengel dan normaal. Ik gebruik hiervoor mijn Perfect Jig van 2 tot 10 gram over een lengte van 260cm, deze eigenschappen van de hengel heb ik nodig om mijn aas goed weg te kunnen zetten en voldoet dus prima. Het is een vrij strakke maar toch parabolische hengel die de klappen van de vis heel goed op weet te vangen. Ik vis met een gevlochten lijntje van 0,08mm en een fluor carbon onderlijn van 0,30mm. Een molentje uit de 2500 serie is zeker aan te raden. Deze molen moet wel voorzien zijn van een slip die perfect werkt, want die heb je soms echt heel hard nodig.
Roofblei komt hoofdzakelijk voor op snel stromend water, in het kolkende water zie je ze vaak aan de oppervlakte roven. Dat betekend natuurlijk niet dat je ze in de diepere waterlagen niet kan vinden. Vooral de kleinere exemplaren jagen echt in de volle stroming, naarmate ze groter worden vind ik ze toch wel op de iets rustigere plekken.
Vaak wordt er beweerd dat je heel snel moet vissen voor deze rover en natuurlijk werkt dat ook, maar ik heb ze toch ook weten te vangen tijdens het rustig af laten zinken van mijn aas op de bodem en op de dropshot tijdens het vissen op baars.
Mijn favoriete stukje aas is de tailspinner van spinmad in de gewichten van 10 en 18 gram. Deze worden gretig gepakt. Ook topwaters en kleine plugjes doen het prima, nadeel ten opzichte van de tailspinner hiervan is wel dat je ze niet zo ver weg kan zetten. Eenmaal een roofblei gehaakt begint het gevecht, de vis neemt vaak meteen een run, ze kunnen er direct na de aanbeet echt knal hard vandoor gaan. Soms blijft de vis ook diep zoals op de film te zien is. De dril is over het algemeen niet al te lang maar wel erg heftig, binnen enkele minuten heeft de roofblei alles gegeven wat hij in zich heeft.
Tijdens het vissen op deze vis heb je natuurlijk ook kans op wat bijvangst, dikke baarzen gaan zo af en toe ook even aan het aas hangen.
Ook grote windes behoren zeker tot de mogelijkheden. Exemplaren boven 50 cm zijn geen uitzondering.
Het gaat natuurlijk wel om de roofblei, roofblei is een vis die als het ware trekt. Ze zijn bepaalde periodes op bepaalde plekken te vinden. Dan kan je ze ook goed vangen op die stek. Is die periode eenmaal voorbij zal je ze niet meer vinden op die stek en zal je dus opnieuw op zoek moeten gaan om ze te vinden. Maar eenmaal gevonden kan het goed bal zijn. Vaak komen er dan meerdere dikke exemplaren per dag naar boven.
Met rugnummer 123 gaat deze week de laatste Dé Roofvis van dit jaar in verzending. En daarin staat weer voor iedere roofvisser wat wils. Zo komen bellyboaters prima aan hun trekken met materiaal van Wiljo van Daalen en Sander Paans. In deze artikelen vindt zowel de beginnende als doorgewinterde bb’er veel praktische tips én gave vangsten terug.
Deze winter organiseren we vanuit Sportvisserij Oost Nederland alweer voor de derde keer het NK IJsvissen in Zweden. Wij zijn ervan overtuigd dat we weer een programma hebben dat garant staat voor een prachtig winters avontuur!
