Het Zuid Westelijk Delta gebied omvat een zout gedeelte en een zoet gedeelte. Waar ik vanaf mei tot en met oktober op de beruchte zoute rover de zeebaars jaag gaat mijn aandacht steeds meer over naar de iets kleinere, maar niet minder felle, zoete rover de baars. In de zomer periode zijn de keuzes steeds moeilijker.. rij ik naar het Haringvliet, Zoommeer en Volkerak of ga ik naar de Ooster- en Westerschelde.. hummmm..
Test en foto’s: Marco Nieuwenhuize
Zuidwestelijk delta gebied
De reden van dit verhaal is dat ik vorig jaar geadopteerd ben in een kleine groep van hardcore zoetwater vissers die iedere week van het jaar opstap gaan langs of op (bellyboot) de zoete gedeelten van de delta.
Deze mannen vissen vaak al vanaf hun jeugd op deze wateren en kennen de stekken, het gedrag en de manieren van de zoetwater baars. De fishing4predatorsclub van vismaten heeft het virus van de jacht op grote baarzen behoorlijk aan me overgedragen.
Marco Verspeten 50 cm.
Omdat er verschil is tussen stilstaand water (Volkerak) en stromend (Haringvliet en Hollands diep) is er ook verschil in gedrag. Stroming is op het Haringvliet belangrijker dan op het Volkerak. Helderheid van het water speelt hierbij natuurlijk ook een rol. Beide wateren zijn de laatste jaren steeds helderder geworden. In het donker vissen op grote baars werkt dan ook soms beter dan overdag.
Baarzen in het donker Roy van Splunter.
Er zijn zeker overeenkomsten met het gedrag van de zeebaars. Kleinere baarzen zwemmen in grote scholen en naarmate de baarzen groter worden zijn de scholen steeds kleiner. Wat ik waarneem is dat grote baarzen net als grote zeebaarzen steeds luier worden in hun aasgedrag. Grote zeebaarzen liggen op de bodem krabben te vreten… grote baarzen liggen ook vaak dicht bij of op de bodem en zullen zich te goed doen aan krabjes en kreeftjes die ze van de bodem af plukken. Natuurlijk jagen ze ook op scholen vis en is het gedrag afhankelijk van de watertemperatuur en de tijd in het jaar! En met groot bedoel ik de 45plussers die een ander gedrag hebben dan de 35 tot 40 plussers… en pas op dit zijn mijn ervaringen in het genoemde gebied!
Dikke baars van Jeroen 50 cm.
Omdat we voornamelijk vanaf de kant en vanuit de bellyboot vissen zoeken we de vis tussen de 0,5 en maximaal 3 meter water. Alles vissen op de foto’s zijn gevangen op max 3 meter water. Ook hier weer een parallel met de grote zeebaarzen die zich meestal binnen 0 – 20 meter vanaf de kant ophouden (hiermee bedoel ik ook direct tegen de stenenpakking vlak voor je voeten). Denk aan het krab en kreeftjes verhaal..
Baars uit de bellyboot Marco Nieuwenhuize 50 cm.
De tijden waarop we vissen zijn vaak met zonsopkomst en zonsondergang. Zowel in de zomer als in de winter. Zomers heb ik er duidelijk meer moeite mee om vroeg op het water te zijn.
Er is een duidelijk verschil tussen het Volkerak wat stil staat en het Haringvliet wat altijd in beweging is en een lichte getijdenstroom heeft. Staat er geen stroom in het Haringvliet dan zijn de vissen moeilijk te vangen zeker de grotere. Op het Haringvliet kun je vrijwel overal langs de randen, steenpakkingen en wierbedden baarzen tegen komen.
Volkerak baars Pat 51,5 cm.
Het Volkerak is altijd een moeilijk water voor de baars. Hier moet je echt op zoek gaan en vangen we meestal in het donker beter dan overdag.
De meest gebruikte methode die we toepassen is werpend vissen (ook vanuit de bellyboot) met lichte jigkopjes van 2 tot 7 gram, kunstaas van max 9 cm en plugjes van 4 tot 9 cm.
Om deze gewichten gecontroleerd te kunnen vissen gebruiken we dunne gevlochten lijnen van 8/00 tot 12/00 en een voorslag van rond de 30/00 fluorocarbon. Hengel lengte voor de kant visserij tussen de 210 en 270 meter.
Jan Netten.
Volgende keer wil ik meer ingaan op de methodes en materiaal…
Op dit moment wordt in de studio’s van Tangram Media de laatste hand gelegd aan Studio Vis TV: een nieuw en uniek sportvisprogramma. Op 26 januari a.s. vindt op RTL 7 de première plaats.
Studio Vis TV wordt een echte talkshow met iedere aflevering een bekende sportvisser als gast. Een half uur lang gaan we het hebben over nieuwe ontwikkelingen in hengelsportland, de beste visstekken, de visstand en de meest effectieve vistechnieken. Kortom: alles wat je als sportvisser wilt weten komt aan bod.
Check hier de aankondiging:
Flitsend
Studio Vis TV wordt gepresenteerd door Marco Kraal. Hij wordt bijgestaan door een echte sidekick in de persoon van Robert de Wilt. Robert is bekend als de ‘razende reporter’ van Visblad TV, redacteur van Hét Visblad en daarnaast een grensverleggende allround visser.
De presentatie ligt in handen van Marco Kraal en Robert de Wilt.
Dit duo staat garant voor een bult kennis, hun nuchtere kijk op de hengelsport en vooral veel sportvisserijplezier en -humor. Natuurlijk kunnen alleen de kijkers het nieuwe programma beoordelen, maar het gaat zeker een flitsende talkshow worden. Niet alleen vanwege de spraakmakende gasten die aan de tand worden gevoeld, maar ook vanwege de spetterende hengelsportbeelden die we in petto hebben.
Ook Ed Stoop zal als gast te zien zijn bij Studio Vis TV.
Hoewel het een totaal nieuw programma wordt, is er wel een link met het reguliere Vis TV. Met Studio Vis TV komen we namelijk ook tegemoet aan de behoefte van veel Vis TV-kijkers voor wat meer uitleg over de vistechnieken en -materialen die in Vis TV voorbij komen.
Aanvullend
Daarnaast heeft het programma ook een directe relatie met Hét Visblad. Zo kunnen we interessante achtergrondinformatie bij actualiteiten en artikelen leveren en alvast vooruitlopen op de komende nummers. Houd onze website in de gaten voor het laatste nieuws over Studio Vis TV.
Kijken dus! Studio Vis TV wordt vanaf 26 januari tot 16 maart iedere zondag op RTL7 uitgezonden. Zoals het er nu naar uitziet, beginnen we om 10.00 uur. Vanaf 2 maart gaan Ed & Marco ook weer van start met een reeks van 12 spliksplinternieuwe afleveringen van het reguliere Vis TV seizoen 2014. Binnenkort meer hierover op deze website.
Je kunt hele goede takels, kant-en-klaar in de winkel kopen. Waarom zou je zelf dan gaan prutsen om er een te maken? De belangrijkste reden is dat je bij het zelf maken altijd de perfecte takel voor jouw specifieke situatie van dat moment hebt. Als je de goede materialen hebt is het redelijk simpel om er zelf eentje te maken.
Benodigdheden:
– Tonwartel
– Krimpkous
– Gamakatsu Treble 13 maat 2 of 4
– Pike Fighter single crimps 1,5mm (Sleeve’s)
– Pike Fighter 7×7 brown soft wire 13,6kg
– Kniptang
– Sleeve-tang
De juiste benodigdheden voor het maken van je eigen takel.
De takel waar je je dode aasvis aan bevestigt moet altijd op de juiste situatie zijn aangepast. Het verschil tussen de vis wel of niet haken hangt vaak af van de kleine dingen: zijn de haken scherp genoeg, is de afstand tussen de dreggen perfect en niet te groot of juist te klein? Daarom maak ik mijn takels het liefst zelf.
Voordat ik begin leg ik eerst alles klaar en knip de krimpkous op de juiste lengte. Haal ongeveer 50cm van de Soft Wire af.
Schuif eerst een stuk krimpkous op de lijn, daarna een sleeve en als laatste de dreg. Maak nu een lus en steek het uiteinde van de lijn door de sleeve, en weer een keer terug. Knijp nu de sleeve goed dicht. Als laatste schuif je de krimpkous over de dreg en verwarm je dit met bijvoorbeeld een aansteker zodat deze mooi sluit.
De krimpkous zorgt voor het netjes afmaken van de onderlijn en het afdekken van de crimps.
Bij de volgende stap monteer je de tweede dreg op de lijn. De afstand tussen de haken laat je afhangen van de grootte van de aasvis. Schuif als eerste een sleeve op de lijn, knip een stukje softwire van 5 cm af en steek dat door de sleeve. Schuif de dreg op het stukje softwire en steek het andere eind weer in de sleeve zodat de dreg in een lus hangt. Nu kun je nog schuiven om de juiste afstand te bepalen. Wanneer je dit gedaan hebt knijp je de sleeve dicht. Schuif een stuk krimpkous over de dreg en verwarm het om het perfect af te werken.
Bepaal de juiste afstand en monteer de tweede dreg.
Als laatste kun je kiezen voor het wel of niet monteren van een neushaak. Je kunt nu namelijk nog een zogenaamde neushaak aanbrengen op dezelfde manier als de tweede dreg. Ik gebruik vaak een neushaak wanneer ik mijn aasvis ver moet inwerpen (zeevis is zacht en scheurt snel uit). Gevolg is als je werpt dat de dreggen snel uit je aasvis kunnen vallen. De enkele haak doe je dan door de staartwortel zodat de vis hieraan hangt en er geen druk op de dreggen komt. Een nadeel van de enkele haak zou kunnen zijn dat wanneer je aanslaat je de dreggen niet makkelijk uit de dode aasvis slaat en de vis niet goed haakt.
Monteer de extra neushaak als je ver moet werpen.
Tenslotte monteer je een tonwartel om het geheel compleet te maken. Schuif nu als eerste een stuk krimpkous op de lijn, daarna de sleeve, gevolgd door de tonwartel. Steek het uiteinde van de lijn door de sleeve en weer terug. Afwerken met de krimpkous en je eigen doodaas takel is klaar.
Ready to go!Voldoening na het landen van een grote snoek op je eigen takel.
Op zaterdag 15 maart organiseren Roofvisworkshops.nl, Bass Hengelsport en Viskayaks.nl een zeebaarsdag! Vanaf 9 tot 17.00 uur is de winkel open aan de jachthaven. Het adres is Jachthavenweg 1 4486 CZ Colijnplaat.
Naast demonstraties kunt U ook kennismaken met de laatste ontwikkelingen op het gebied van de zeebaars visserij vanaf de kant, boot en kajak.
Nieuw en beschikbaar zijn o.a. de nieuwe Penn Nano Labrax hengels, Penn Conflict molen en Penn assen, Abu Rocksweeper , kajak hengels, de nieuwste Berkley Flexshads en kant, boothengels van diverse andere merken. Fish Impact uit België zal weer zijn bekende demonstraties geven voor het zelf gieten van shads.
Bij het naast gelegen viskayaks.nl ziet U de nieuwste Hobie kajaks en kunt U vragen stellen aan de prostaffers over het vissen met en vanuit de Hobie Kajaks! Hiernaast zijn we beschikbaar voor al uw vragen over onze workshops en jacht op de zeebaars vanaf de kant, boot en kajak!!
Herfst
Met de komst van de herfst breekt er een onzekere tijd aan. De vis is actief, dat zonder meer maar het vissen is niet altijd gemakkelijk. Het veranderende weer heeft ook zo zijn invloed op onze vismogelijkheden. Najaarsstormen hebben al menig visplan om zeep geholpen. Zolang de temperatuur goed is kunnen we nog vissen maar als het kouder wordt is het niet echt aangenaam meer om regen en wind te moeten trotseren. Jammer want het is wel de tijd om de dikke dames achterna te zitten. Zorg daarom voor een goed back-up plan. Beschutte wateren waar je toch lekker je ding kan doen. Het hele jaar door checken we de weersvoorspellingen maar in deze periode bepaald dat in grote mate wat we gaan doen en vooral waar.
Op de rivieren is de vis nog lange tijd in de oeverzones te vinden en kan je ze nog werpend belagen. Rubber is hierbij mijn favoriet. Vlak echter ook het iets diepere water niet uit. Een dode hengel met een shad of een aasvis onder de fire ball of dobber hangt er in deze periode eigenlijk altijd wel bij als het weer het toe laat. De laatste jaren is dat steeds vaker een aasvis sinds de komst van de diepvries vissen. Ik heb er steeds een zooitje op voorraad. Geen gedoe meer met zelf vangen. Een klein koeltasje met een of 2 zakken aasvissen er in en hupsakee!
Actie op de bijhengel
Het kan in deze periode ook al eens voorkomen dat we er een dagje met alleen maar aasvissen op uittrekken. Gericht op groot wild. Met zware fire balls en een dobber hengel gaan we voor die ene dikke bak. De aasvissen beginnen zich her en der te concentreren en juist op die plaatsen doet doodaas het geweldig. Niks wat zo hard opvalt te midden van al die zwemmende aasvis als die ene die heel weinig doet.
Kunstaasgewijs wordt het allemaal wat groter. Groot rubber en grote pluggen. Crankbaiten met dieplopers werkt nu ook vaak heel goed. Zeker als de planten grotendeels verdwenen zijn. Dit is eigenlijk jerkbaiten op diepte. Vis ik met gewone jerkbaits dan pak ik ze graag die wat dieper lopen. Over de Hell puppie heb ik het al vaak gehad als het om gliders gaat maar vlak ook de Illex Dexter niet uit. Hybrides zoals de Bossel en de Torrob zijn ook gekend voor dit werk. Een nieuwkomer is de DK Madball. Een hybride, maar wel een die gemakkelijk vist én lekker diep gaat.
Hybride jerkbaits.
De vissen gaan nu ook langzaamaan de havens op zoeken en de snoekvissers volgen vanzelf. Het vissen in havens lijkt steeds minder productief te worden. Veel havens mag je al niet meer in. Kan dat nog wel dan moet je goed uitkijken of er niet een hoop mensen statisch zitten te vissen. Werpen of trollen met kunstaas is dan lastig. Het staat me dan ook tegen als er veel gevist wordt. Zorg daarom dat je ook buiten die havens je ding kan doen. Ik heb een keer een hele goede dag gehad door juist niet in de havens te gaan vissen. Daar was het file varen voor een paar vissen en op het open water kregen we goed actie door scherp de taluds af te trollen.
Winter
Op dit moment is er (nog) geen sprake van een echte winter. De Elfstedentocht lijkt verder weg dan ooit maar ik ga er van uit dat we nog wel een keer een echt koude periode gaan krijgen. Persoonlijk vind ik dit altijd een hele fijne tijd om te vissen. Het is nu echt rustig op het water. Mooi weer vissers zitten bij de kachel en een deel zoekt de polders en stads wateren op om vanaf de kant te vissen. Niks mis mee want dat is ook heel productief in de winters maar als het kan vis ik gewoon liever vanuit de boot.
Winter vis uit de havens.
Weet je de vis te vinden dan kan het ook in de winter nog wel eens goed raak zijn. Maar al te vak ligt de vis geconcentreerd op een plaats. Wel is het zo dat het niet de hele dag kassa hoeft te zijn. De vissen hebben wat wij noemen een “bijt uurtje”. Havens zijn nu natuurlijk weer de wateren waar het te doen is maar zeker ook in de wateren die in de bebouwde kom liggen kan het goed zijn. Als het betreffende water voor een deel ook buiten de bebouwde kom ligt zal de vis die zich daar gedurende de warmere maanden ophoud, zich in de winter in veel gevallen tussen de huizen op gaan houden. Vooral hier vind je de vis temidden van de aasvissen.
In de bebouwde kom.
Werpend vissen is het gene wat we het liefst doen maar op de een of andere manier lijkt trollen productiever te zijn. Of dat te maken heeft met het feit dat er meer commotie in het water is weet ik niet maar opvallend is het wel. Qua pluggen denk ik voor deze visserij weer aan de Ernies, depth raiders van Bucher, Pikefighers, Believers enz. Met ratelpluggen was het ook een tijd lang heel goed maar dat lijkt voor mij en mijn vismaten toch wel over te zijn. Pluggen die niet ratelen zoen het zeker zo goed. Dressuur? Ik denk het wel. Naast het snoeken wil ik in de winter ook af en toe een keertje gaan snoekbaarzen. Een leuke visserij om als afwisseling een paar keer per jaar te doen.
Af en toe een keer op snoekbaars.
Als het echt te gek wordt om met de boot op pad te gaan, dan zoeken we de polders en stads wateren op. Klein tasje met kunstaas mee, tangen en een kleine camera en de hele dag lopen. Stadswateren zijn voor mij het productiefst geweest de laatste jaren. Je hebt er vaak een goede water kwaliteit en het water is er vaak helderder dan tussen de weilanden. Ook hier trekt in de winter wat meer vis naar toe.
Kantvissen in de stad
Veel sjouw ik niet mee als ik ga lopen. Een doosje met een paar kleine jerkbaits zoals een Toppie van Aad Dam en een DK Angus voor het wat drukker beviste water. Swimbaitjes zoals de Illex Mickey en een S- Waver van River2Sea. De bekende Mann’s Minus gaat altijd mee. 1 of 2 spinners en een paar toadjes en meer heb ik niet nodig
Over statisch doodaasvissen kan ik kort zijn: daar doe ik niet aan! Het is wel effectief zeker in de winter, dat weet ik ook maar ik heb er niets mee. Statisch vissen op karper heb ik geen moeite mee maar roofvissen die ik toch echt het liefst met kunstaas.
Voorjaar
We naderen het einde van het seizoen. Elk seizoen heeft zijn charme maar de natuur is toch wel op zijn mooist als alles weer begint te bloeien. De snoeken worden ook actiever. De winterstekken worden verlaten en de vis trekt naar de paaigronden. Ze leggen daarbij soms behoorlijke afstanden af. Vaak paaien meerdere vissoorten op de zelfde plaats. Waar je vorig jaar de brasems hebt zien paaien zou je dit jaar eens moeten gaan snoeken.
Aasvissen laat ik thuis in deze tijd. Als het kan ga ik werpend aan de slag met kunstaas van een formaat tot 15 cm. Veel groter niet. Het is voor mij gewoon minder productief gebleken. Zoek de vis lekker ondiep. Boven op de talluds en in de oeverzones. Trollen kan ook maar ook hier het advies, doe het eens wat ondieper. De vis ligt er vaak eerder dan je denkt. Een zonnetje er op helpt ook vaak mee. Kijk er ook niet raar van op dat je agressieve snoekbaarzen tegen komt. Die liggen nu op het nest en pakken ook gemakkelijk een stuk kunstaas dat voor snoek bedoeld is. De beten zijn crimineel hard!
Op een ondiep lopende plug.
Naarmate we dichter en dichter bij de paai van de snoeken komen heb ik de indruk dat ze minder gecharmeerd raken van druk gevist kunstaas dat erg onvoorspelbaar is. Het liefst vis ik in deze periode met een glider. Als ik dan wat dieper wil/moet vissen pak ik vaak een super shadrap of een baby depth raider die ik twitchend binnen vis met niet te lange pauzes om de plug niet te veel te laten stijgen.
Werpen met crankbaits in het voorjaar.
Een laatste tip: loop je tegen vis aan dan is de kans groot dat je er meerdere op een klein oppervlak vangt. Hele sectoren van een water lijken visloos en op een paar plaatsen liggen ze bij elkaar om te gaan paaien. Doorgaans een paar kleine mannetjes maar af en toe ook een dikke dame. Het loont dan soms de moeite om deze plek een paar keer per dag te bezoeken. Dat is in de regel beter dan het hele water af te schuimen op zoek naar vis.
In het vroege voorjaar vind je ze bij elkaar.
Gesloten tijd?
En dan zit het seizoen er op. Voor sommigen dan, want het is dé tijd van het jaar voor die buitenlandse vistrip. Daarover een andere keer meer. Het is ook de tijd om aandacht te schenken aan de zaken die door het roofvissen een beetje op de achtergrond geraakt zijn. Andere vissoorten bijvoorbeeld. Ik ga in deze periode al eens een paar keer karperen of lekker met de pen op zeelt vissen. Je heb nu ook de tijd om eens je boot te onderhouden. Onderhoud van je materiaal zoals je reels en molens een beurtje te laten geven en te voorzien van nieuwe lijnen. Het zijn zo maar een paar dingen die je kan doen. Diverse winkels houden open deur dagen met interessante aanbiedingen. Genoeg te doen dus. Oh ja, je kan ook wat tijd besteden aan je sociale leven. Veel succes in elk geval het komende jaar en maak er wat van!
Seizoens indeling Van huis uit ben ik niet zo’n planner als het om roofvis gaat. Maar al te vaak loopt een seizoen anders dan ik op voorhand in gedachten heb. Een buitenlandse trip of een weekendje in eigen land plannen mijn vismaten en ik ruim van te voren maar de rest van het seizoen laat zich niet zo makkelijk plannen. In grote lijnen weten we waar we op welk moment moeten zijn voor het vangen van onze vissen maar dit kan zo maar veranderen onder invloed van factoren die je niet in de hand hebt. Zaken als het weer (te warm, te koud en de windrichtingen) en ook drukte door andere vissers kunnen onze plannen zomaar doen wijzigen.
Tekst en foto’s: Frans Oomen
Seizoensopening
Op het moment dat het seizoen opent blijf ik meestal op mijn thuis wateren vissen. Na een lange periode van droog staan zijn de meeste vissers gebrand om op de gekende wateren hun slag te slaan. Als ik de verhalen hoor van 20 tot 30 boten op het water ben ik blij dat ik daar niet tussen lig. Niet dat er niets te vangen valt, zeker niet, maar ik heb de laatste jaren al vaak mee gemaakt dat mensen in de loop van de dag gaan zoeken als het tegen zit. Als je een lange drift wilt maken komt er soms zomaar een andere boot vlak voor je liggen en kun jij verkassen. Maar al te vaak pakt het dan niet uit zoals gedacht en krassen ze weer op na een paar meter driften. Gewoon omdat ze geen goed plan hebben getrokken. Wel jammer dat het voor jou dan ook om zeep is. Daarom blijf ik op een voor mij bekend water zonder al te veel drukte. Mocht het onverwacht toch druk worden dan weet ik mijn vissen meestal toch wel te vinden en ken ik mijn plekjes wel.
Middel groot rubber na de opening.
De keuze van kunstaas wordt zoals altijd bepaald door de te bevissen stekken. Het echte grote kunstaas blijft nog een maandje of 2 thuis. In de vroege ochtend vis ik graag op plaatsen met wat structuur in de vorm van stenen en planten. Ik kies de zonzijde van het water omdat daar in de vroege ochtend de vissen echt ondiep kunnen liggen. Het meest gebruik ik rubber in de vorm shads, al dan niet voorgelood en maximaal een centimeter of 20 lang. Wobshads van Spro, Lunker City Salt Shakers en de Creepers van Art baits in de kleinste 2 maten gebruik ik het meest. Staan er planten zoals opkomend fonteinkruid dan grijp ik naar een spinnerbait van het type grinder. Het gewicht kies ik aan de hand van de hoogte van de vegetatie. Meestal gebruik ik 2,5 oz met een wilgenblad als de planten nog laag staan en pak ik een 1,5 oz met een coloradoblad als ik de spinnerbait wat hoger wil vissen. Denk dan bijvoorbeel aan de Nutbuster van Llungen, Rad Dogs van Ruff tackle.
Vroeg in de morgen liggen ze ondiep.
Ook snoekbaars kun je, zeker in de ochtend, op het ondiepe aantreffen. Voor sommigen een bijvangst maar bij ons zeker niet ongewenst. In de regel zijn ze van een mooi formaat en vreselijk agressief. Veel verstokte verticaal vissers klagen over het feit dat ze de vis kort na de opening moeilijk kunnen vinden. De reden: ze liggen vaak nog ondiep. Dit is de periode dat snoekvissers ze nog wel eens vangen. Het speldaas bevind zich in deze periode ook ondiep dus zoeken we onze snoekbaarzen daar ook. Lichtschuw als ze zijn verkassen ze in de loop van de ochtend weer naar diepere oorden. Op rubber laten ze zich het best vangen maar een enkele keer pakken ze ook wel eens een jerkbaitje of spinnerbait. Medium size kunstaas werkt wel het best voor de snorkels.
Wordt het echt druk op het water zoals bij stralend weer wat we in de zomer van 2012, hadden dan kan het voorkomen dat we de vissen niet meer ondiep kunnen vinden. Massa’s speedboten, jetski’s en jachtjes maken dat je op sommige plaatsen niets anders meer kunt doen dan trollen. Veel mensen vinden trollen saai maar als het niet anders kan, dan trollen we. In de regel gebruik ik dieplopende pluggen voor dit werk. Zowel aan mijn hand als aan mijn steunhengel komt iets wat diep loopt. Langs de oevers wil ik nog wel eens een zware spinnerbait trollen zoals de Tripple Threat van Grim Reaper, zeker als er wat planten staan. Trollend vis je die langs de voet van de plantenbedden en daar liggen vaak de grotere vissen. Qua pluggen grijp ik meestal naar een Baby Depth Raider van Bucher, een Ernie, Pikefighter of een andere dieploper. Echt heel groot ga ik met pluggen ook nog niet. Formaat: een centimeter of 15 is ongeveer standaard. Dat ik voor diep lopende pluggen kies heeft niet alleen als reden dat ik de vis dieper zoek. Met zo veel drukte op het water wil ik niet te veel lijn achter de boot hebben. Als ik stil kom te liggen met de boot loop ik niet zo snel het risico dat iemand over mijn kunstaas vaart.
Zomer
Gaan we verder de zomer in dan houdt het er om of we nog door kunnen blijven vissen op snoek. Ik vis liever niet op snoek als het water een temperatuur bereikt van meer dan 20 graden. Ik richt me dan meer op baars, snoekbaars en roofblei. Een spinhengel, een lichte baitcaster, wat bakken met kleiner kunstaas en flink wat zonnebrand is wat ik dan meeneem. Valt er nog wel te snoeken dan richt ik me op de wateren met grote hoeveelheden waterplanten. Ik zoek bewust naar diepere en vooral heldere wateren zoals de grote plassen en de rivier. Hier is het water doorgaans koeler dan op de troebelere wateren. Ik heb sowieso een voorkeur voor het vissen op wateren waar zich ergens een diepere zone bevind.
Mooie vis uit een plantenbed geplukt.
De vis zoek ik vooral in en nabij de planten. Zeg je planten dan komen automatisch spinnerbaits weer in beeld. Dezelfde spinnerbaits die we in het voorjaar gebruiken gebruik ik ook nu weer. Over grinders is al veel geschreven dus ik zal er niet te veel over uitweiden. Wat ik wel wil aangeven is dat ik ze graag wat sneller vis in de zomer en in het najaar. De vis is staat op scherp en ze zijn alles behalve traag. Door je spinnerbait iets sneller te vissen geef je ze niet de kans om lang na te denken over je kunstaas. Stem je materiaal daarom ook af om wat sneller te kunnen vissen. Reels met een minimum snelheid van 5.0:1 tot 5.3:1 Als hengel gebruik ik graag een iets stevigere hengel voor dit werk. Eentje van het type muskiehengel. Hier en daar zie je wel eens trolhengels gebruikt worden maar persoonlijk vind ik dat deze te weinig body hebben. Zorg ook dat je spinnerbaits gebruikt die bij een wat hogere snelheid mooi recht blijven. Kijk daar goed naar want anders ben je meer waterplanten aan het maaien dan aan het vissen. Even versnellen op het moment dat je spinnerbait de planten verlaat is vaak nét de trigger om tot aanbijten over te gaan.
Spinners.
Staan de planten losser uit elkaar dan vis ik er ook graag met bucktailspinners tussen door. Zeg je tegenwoordig spinner, dan denken de meeste snoekvissers meteen aan de zogenoemde Cowgirls. Toegeven, een Cowgirl is een bucktailspinner maar niet een waar ik graag mee vis. Liever gebruik ik kleinere spinners met een bladmaat #8. Het waarom is snel uitgelegd. Ik schreef hierboven al dat ik graag wat sneller vis met een spinnerbait. Hetzelfde geldt voor een bucktailspinner. Het is dus even zoeken naar geschikte modellen die je bij een beetje snelheid toch nog voldoende diep kunt houden. Goede ervaringen heb ik onderandere met de Mepps Giant killer, Windels Harasser, enkele spinners van Hotspot Fishing en een paar eigenbouw spinners.
Het einde van de zomer
Na de zomer komt de herfst echter voordat het blad van de bomen begint te vallen hebben we nog een hele mooie periode voor ons. Zo vanaf half tot eind augustus en de hele maand september. Als we geluk hebben zelfs de eerste weken van oktober. Een paar jaar terug hebben we begin oktober nog eens de 30 graden aangetikt waarbij ik heel goed gevangen heb in die dagen.
Het mooie aan de nazomer is dat het rustiger wordt op het water. De vakanties zijn voorbij, het water heeft de juiste temperatuur en de snoek is de hele dag actief. Voor mij de periode dat ik meer naar de plassen ga kijken. Op deze wateren blijven de planten al wat langer staan dan bijvoorbeeld op de rivieren. Snoek is daar volop in te vinden dus ben ik niet ver daar vandaan. Het lijkt er trouwens op dat op enkele plassen die ik bevis de planten elk jaar langer blijven staan. Tot in november zijn ze nog mooi groen en bevatten ze snoek.
Ook nu weer is het spinnerbaits wat de klok slaat voor veel mensen. Toch ga ik meer en meer over naar andere kunstaasjes. Zeker na een druk seizoen lijkt het er op dat de betere (lees: meer ervaren) vissen minder moeten weten van die spinnerbaits. Jerkbaits met een zagende aktie komen nu wat vaker aan de speld. Je kan die ook perfect over de planten vissen en het is weer eens wat anders. Populair zullen de nooit worden denk ik maar het vangt voor mij wel heel goed. Het formaat gaat nu ook wat omhoog. Jerkbaits als de bekende Suick en Sandcat gebruik ik graag in een lengte van 9 inch.
Met een zager boven de planten.
De planten hebben hier en daar ook wel wat geleden onder de waterrecreatie in de voorgaande weken. Op sommige plaatsen kun je ook met andere jerkbaits prima uit de voeten. Ook Kan je er over heen vissen dan is een glider het veiligst om geen planten mee te pakken. Hybrides kunnen ook wel ingezet worden mits je ze niet te wild laat uitslaan.
Groot rubber werpen boven dieper water.
Naarmate we dichter bij de herfst gaan komen wil ik al eens wat vaker groot rubber inzetten. Tot nu toe heb ik vanaf de opening gevist met het kleinere rubber tot ca 20 cm. Nu gaat er voor het eerst wat groters aan hangen. Met de herfst voor de deur wil de vis al eens beginnen met bunkeren voor de winter. Als het er op begint te lijken dat de vis van het ondiepe af gaat zoek ik het wat dieper op. Met de boot in elk geval. Werpend naar de talluds probeer ik de boot op een mooie diepte te houden Het liefst zo rond de 5 á 6 meter. Stekken waar boven op het tallud een meter of 2,5 á 3 staat vis ik het liefst af. Het is bikkelen en hard werken maar de beloning kan er ook naar zijn. Jerkbaits acht ik minder geschikt voor dit werk. Een snoek komt een kunstaasje best wel halen maar ze moeten wel van verder komen daarbij is het in de eerste meters eigenlijk alleen echt productief. In dieper water aangekomen kun je het rubber nog een keer af laten zinken en een jerkbait vis je meer op de zelfde diepte binnen.
Bij het aanschouwen van een dergelijke watermassa ga je als visser al heel snel denken: Waar zou de vis zich ophouden? Waar zijn de taluds, waar zijn de kuiltjes, de bultjes, de richeltjes, de plateaus? Waar mogen we onderwatervegetatie verwachten en waar de harde platen of mosselbankjes? Boven water is daar meestal heel weinig van te merken. En al snel gaan we dan op zoek naar een geschikte waterkaart, liefst voorzien van de nodige dieptelijnen.
Tekst en foto’s: Danny Geysen.
In onze contreien zijn de meeste grote plassen, kanalen en rivieren al wel in kaart gebracht, maar meestal zijn deze kaarten dan bedoeld voor de beroeps- en pleziervaart en bevatten ze, voor ons vissers, nog te weinig detail of zijn ze zelfs te onnauwkeurig. Bovendien zijn de kleinere plassen en meren vaak helemaal s nog niet in kaart gebracht. Tijd dus om zelf de handen uit te mouwen te steken? Maar hoe begin je daar nou aan? Hoe kom je aan de nodige dieptegegevens? Welke software ga je gebruiken en moet je je eerst nog inwerken? Hoe lang heb je daar voor nodig? Hoe zal je te werk gaan? Allemaal niet zo vanzelfsprekend voor een leek of iemand die niet de nodige tijd heeft, om er mee vertrouwd te geraken.
Voor die vissers heeft Lowrance een hele praktische en slimme oplossing bedacht, nl. Insight Genesis. Dit is een service van Lowrance, waarbij je een aantal sonarlogs upload op hun servers en waarbij je een kant en klare waterkaart terug ontvangt. Heel simpel … Hierbij kan je de kaart in ieder geval op je computerscherm bekijken en bij het betalend abonnement, ook op maximum 4 combotoestellen of kaartplotters gebruiken (Lowrance HDS Gen2 – Elite 5 HDI en 7 HDI). Bij deze laatste versie kan je naast het diepteprofiel ook een kaart met de hardheid van de bodem of een kaart met de aanwezige onderwatervegetatie downloaden. Je hoeft een water ook niet in één keer in kaart te brengen; je hebt de mogelijkheid om meerdere tracks te combineren tot één waterkaart. Dit alles is niet ééns zo moeilijk, zoals we verderop zullen zien.
Een waterkaart van een bekende plas in Nederland, voorzien van dieptegegevens.Een kaart die de hardheid van de bodem weergeeft, en daar over heen de dieptelijnen. Rood komt overeen met een harde bodem – grijs is zachte bodem.Hier nog een kaart die de hardheid van de bodem weergeeft. Duidelijk te zien waar de harde en zachte bodem zich bevindt.Onderwater vegetatie in combinatie met dieptelijnen.
Hoe ga je nu te werk?
We gaan er van uit dat je ondertussen reeds enkele sonarlogs (SLG of SL2-datafiles) verzameld hebt. (Hoe je dit kunt doen, staat netjes uitgelegd in de handleiding van je toestel.) Het beste vaar je een aantal (bijna) parallelle baantjes in noord-zuid richting en daarna hetzelfde stukje nog eens van oost naar west. Zelf gebruik ik wel eens enkele verloren uurtjes tijdens bloedhete zomerdagen, om al slepend met kunstaas, zo’n traject af te leggen en ondertussen de data te loggen.
Het raster met de gevaren tracks.
Hoog tijd nu om een account aan te maken bij Lowrance en een keuze te maken uit de aangeboden formules. Surf daarvoor naar de Insight Genesis Store: https://insightstore.navico.com en klik op de tab ’Sign Up’ . Vul de gevraagde gegevens in en volg daarna de wizard. Kies vervolgens je abonnement via ‘My Products – Purchase new service’ en doorloop de stappen van 1 tot 6. In stap 3 kies je voor ‘Insight Genesis – Choose a service level’. Op dit ogenblik – december 2013 doet Lowrance een bijzondere actie i.v.m. het Insight Genesis abonnement en krijg je een fikse korting op de Premium Subscription, wat ook meteen het meest uitgebreide abonnement is . Deze kost nu 99 US $ per jaar (i.p.v. 299 US $) en is momenteel ook de enig mogelijke keuze) Tenzij je zou opteren voor de gratis versie, maar daarmee kan je een kaart alleen op het computerscherm bekijken. Onder de hoofding ‘My Plotters’ kan je tot 4 toestellen ingeven met hun serienummers. De geproduceerde waterkaarten zullen enkel samenwerken met die toestellen, die hier met hun serienummer vermeld staan . Het account is nu aangemaakt en voorzien van de vereiste gegevens.
Vanaf nu kunnen we de eerste sonarlogs uploaden. Hiervoor heeft Lowrance de Insight Genesis Upload tool ontwikkeld, die je kunt terugvinden onder de Insight Genesis tab in je account. Tip: Misschien niet onbelangrijk om weten… Bij het uploaden van je sonarlogs kan je aangeven of je deze gegevens voor je zelf wilt behouden ( Keep private) of dat je ze wil delen met anderen (Share). Je wordt per email verwittigd als je eerste track is omgezet naar een kaartje en dat is dan terug te vinden onder ‘Insight Genesis/My uploads’. Via de tab ‘View Trips’ zie je dan het kaartje, geprojecteerd boven op een satellietbeeld. Door middel van de ‘Track’ tab kan je er voor kiezen om de gevaren tracks al dan niet te tonen bovenop de waterkaart. Naast het waterkaartje zie je de sonarviewer, die je kunt starten als een DVD-speler. Hierbij volgt een rood bolletje het pad van de track en geeft de actuele positie weer, die in de sonarviewer getoond wordt. Via de tab ‘Merge trips’ kan je kiezen om meerdere tracks samen te voegen tot één enkele waterkaart. Onder ‘merged uploads ‘krijg je nu het gecombineerde kaartje te zien. Je hebt de keuze tussen dieptelijnen per voet, 3, 5 of 10 voet.
Zo ziet het Insight Genesis dashboard er dan uit, nadat je een aantal sonarlogs geüpload hebt en samengevoegd tot één of meerdere kaarten.Hier vind je dan een aantal instellingen om het kaartje aan te passen naar je wensen.
Via het pijltje naast de tab ‘contours only kan je kiezen voor ‘composition’ of ‘vegetation’. Kies je voor composition, krijg je een kaartje te zien met de hardheid van de bodem en daarover heen de dieptelijnen. Via de optie vegetation krijg je de plantengroei in beeld.
Door middel van de tab ‘Map Generation’ kan je aangeven voor welk toestel het kaartje bedoeld is en hoe de kaart er uit moet zien. Enkele ogenblikken later kan je dan een bestand (.exe) downloaden met het gevraagde kaartje. Dubbelklik het bestandje en geef aan op welke locatie (de driveletter van het station met het SD-geheugenkaartje ) de waterkaart uitgepakt moet worden.
Steek dit SD-kaartje in de kaartlezer van je toestel en zoem in op de plaats waar je de waterkaart mag verwachten. Eenvoudiger kan bijna niet! Zorg er wel voor dat je toestel ingesteld staat op Lowrance kaarten en niet op Navionics.
Het vissen met dode aasvissen heeft de laatste jaren een enorme vlucht genomen. Weet nog best, een jaar of 6 geleden waren het er maar een paar die het fanatiek deden. Kunstaas was de shit, helemaal hot want dat gesmeer met die dooie vissen… pfffff !!!!
Tekst en foto’s: Hilco van Nuil.
Maar die tijden zijn veranderd want overal waar je kijkt zie je ze in de weer met dobbers, fireballs of statisch met een loodmontage, mooi werk en zeer succesvol! Maar dan houdt het wel een beetje op met wat je om je heen ziet…. en gemopper hoor je ook veel, tien aanbeten op de fireball en maar 3 geland is een veel gehoorde kreet.
Mooie vissen op dit systeem!
Voor de bootvissers die eens wat anders willen proberen maar ook zeker een gemiste kans voor de kantvissers is een oud systeempje waar ik jaren geleden al mooie successen mee heb behaald. Toen had het de naam Bottum Bouncer maar momenteel voert Fox hem onder de naam Trolling Stem!
Het is eigenlijk een hele simpele montage: je neemt een doodaashengel, het mooiste is een 3 of 3,2 meter lengte voor de bootvisser en voor de kantvisser is 360 een mooie maat. Werpgewicht zo ongeveer 2,25 lb, iets zwaarder is uiteraard ook geen probleem. Lichter zou ikzelf niet vissen want je hebt vaak nogal wat lijn uitstaan en om dan de haak met een teveel dempende hengel te zetten…..dat is vragen om missers!
Fox Trolling stems!
Een molen met een hoge inhaalsnelheid is ook erg prettig, je hebt vaak dat na het aanslaan de vis in torpedo stand naar je toekomt zwemmen en met een te kleine molen kun je dan niet snel genoeg lijn binnen halen om contact te houden. Verder een gevlochten lijn van minimaal 40 pond nodig, dan het systeempje, wat lood, een takeltje en een mooie aasvis natuurlijk!
De montage is heel simpel: lijn door het grote oog aan de bovenkant van de trolling stem, dan de notbuffer met het kleine gaatje aan de bovenzijde lijn er door doen. Een stevige speld monteren met tonwartel, de buffer op de speld schuiven zodat de speld in de buffer zit en daarna een takel aan de speld, mooiste vind ik met een maatje 4 dreg. Op een redelijke schone bodem gebruik ik 2 dreggen op de takel, pak je veel rommel dan een takel gebruiken met een karperhaakje aan de voorkant en een dregje achter de rugvin. Lood gebruik ik het liefst een peer of staafloodje omdat je dan makkelijker over takjes en andere rotzooi heen hobbelt dan met een rond loodje!
Simpel maar doeltreffend!
Let op dat je de zwemblaas van je aasvis niet doorprikt, op die manier heeft je aasvis een beetje drijfvermogen van zichzelf en wappert die mooi achter het sleepsysteem aan. Loodgewicht gebruik ik van 20 gram tot 50 gram, heeft met de diepte en met de stroming te maken. Vis liever wat zwaarder dan te licht want je moet duidelijk de bodem kunnen voelen tijdens het slepen. Vis je te licht dan komt het systeem omhoog en gaat door het draaien van de aasvis alles in de knoop maar vis je met wat zwaarder lood dan heb je dit probleem nooit.
Dressuur doorbrekend!
Nu is het gewoon zaak om het hele zaakje naar de bodem te sturen, de boot op de elektro met een gangetje van 1 tot 2 km per uur in beweging brengen en het feest kan beginnen. De lijn houd je gewoon onder je vinger en de molen staat open en zodra je een tik voelt op de lijn deze meteen los laten. De lijn zal nu gewoon door de vis meegenomen kunnen worden, 8 tellen wachten…. de lijn op spanning brengen tot je de snoek als een elastiekje aan je hengel voelt trekken en dan aanslaan!!
Grote vissen hebben geen argwaan!
Voor de kantvissers is dit ook een super systeem om een stek nauwkeurig af te vissen want je kan namelijk gewoon werpen met dit systeem. Zorg er alleen voor dat je net voor het lood het water raakt je de de lijn afremd zodat je lood strak naar beneden zakt en de lijn niet over je trolling stem gaat. Dit om te voorkomen dat de boel in de war raakt. Als je net zo werpt als met een reel en een plug om pruiken te voorkomen dan gaat het altijd goed!!!!!
Je kan nu heel rustig het systeem naar binnen draaien waar je ten alle tijde contact met de bodem moet houden, dit voel je duidelijk op je hengel. Raak je het contact telkens kwijt dan heb je te weinig lood of je vist hem te snel. Zodra je een tik krijgt meteen de beugel open zetten en de aasvis laten meenemen. Ook een hele goede manier is om hem om de 10 meter een poosje te laten rusten op de bodem, dan de beugel van je molen open doen lijn onder je vinger houden en bij een tik de lijn los laten. Aanslaan kan net zoals normaal dus tussen de 5 en 8 tellen dan weer een stukje slepen, spannend en o zo effectief!!!!
Wil je de aasvis nog hoger aanbieden.
Op deze manier heb je een presentatie die eigenlijk perfect is. Of je nu met de boot of vanaf de kant vist, beter kan haast niet. Je aasvis dwarrelt zo een 15 cm boven de bodem en zeker op stekken waar veel gevist wordt is dit een aanbieding van aas die ze nog niet kennen. Je vist nooit te hoog wat op sommige dagen echt killing is en je kan het bodemprofiel super volgen. Zodra je het spelletje van snel lijn geven onder de knie hebt zal de snoek geen enkele weerstand voelen en dat betaald zich snel uit in hele mooie grote snoeken die de klappen van de zweep kennen!
Big Smile!!
Dus wil je eens wat anders dan zou ik dit zeker eens gaan proberen en voor de prijs hoef je het al zeker niet te laten want rond de 7 euro ben je er helemaal klaar voor. En je zult versteld staan hoe goed dit werkt en je leert ook nog eens snel hoe het bodemprofiel er uit ziet! Dat is dan ook weer handig voor de dagen dat je lekker lui met de dobber in de weer gaat! Succes verzekerd.
Reageren op het artikel van Hilco van Nuil? Dat kan gratis op ons Roofvisweb Forum.
Fish On!
Greets Hilco
Vragen aan Hilco van Nuil? Dat kan tijdens de Hengelsport en Visbotenbeurs in Utrecht op vrijdag 8 november. Natuurlijk op de stand van Roofvisweb.nl stand nummer 20
Dat mag je in dit geval wel heel erg letterlijk nemen. Pakweg 9 jaar geleden berichtte ik voor het eerst dat het mogelijk geworden was om je eigen waterkaarten te produceren voor Lowrance kaartplotters en combotoestellen. Weliswaar nog heel beperkt destijds: enkel kaarten met een paar gekleurde vlakken en (diepte)lijnen in een vijftal tinten plus een handvol icoontjes voor waypoints. En dat was het zo ongeveer.
Tekst en foto’s: Danny Geysen.
Eigenlijk was het een beperkte hack van het Lowrance kaartformaat door een Amerikaans-Mexicaans duo, dat er voor zorgde dat we onze eigen waterkaarten konden maken. Lowrance heeft dit al die jaren ‘gedoogd’ zonder er openlijk uitspraken over te doen.
Datzelfde stukje software is dan later in een aantal mapping programma’s, waarvan Drdepth zeker het meest bekende was, verwerkt. De opties om Lowrance compatibele kaarten te maken bleven echter al die jaren zo goed als ongewijzigd.
De Navico Map Creator, een revolutie voor de nautische kaartplotters.
Daar is nu echter verandering in gekomen. Lowrance heeft in eigen beheer een tool ontwikkeld, waarmee je een groot kaartenaanbod kunt converteren, voor gebruik in een Lowrance HDS of Elite toestel (en meer beperkte mogelijkheden in oudere toestellen). De Navico Mapcreator Tool zorgt voor de conversie van een rasterkaart met ‘Worldfile’ naar het Lowrance AT5-formaat. Er zijn legio programma’s op de markt, waarmee je bestaande rasterkaarten in PNG, JPEG, BMP-formaat enz… met bijhorende calibratiefile (bijv. voor Oziexplorer, Fugawi of GoogleEarth), of zelfs bepaalde vectorkaarten, kunt converteren naar een rasterformaat met ‘worldfile’. En het leuke is dat deze Navico Mapcreator Tool ook nog eens volledig gratis ter beschikking gesteld wordt door Lowrance.
Daarmee worden Lowrance toestellen de MP3-spelers onder de kaartplotters. Let echter wel op dat je geen auteursrechten schendt, wanneer je bepaalde kaarten converteert en openbaar gaat maken! Bovendien zou ik deze kaarten enkel gebruiken om te vissen en niet om te navigeren. Een echte Navionics Gold/Platinum kaart of een C-Map kaartje van Jeppesen blijven in dit opzicht nog steeds veel veiliger.
Naast rasterkaarten kan je ook vectorelementen (zoals vlakken, lijnen en punten) in het Esri SHP-formaat converteren naar het Lowrance AT5-formaat. Daar komt echt wel een behoorlijke portie GIS-kennis (Geografisch Informatie Systeem) bij kijken, zodat dit onderdeel waarschijnlijk niet onmiddellijk voor iedereen weggelegd zal zijn. Alhoewel, iemand met de juiste interesses komt vaak al een heel eind! Vectorkaarten hebben bovendien het voordeel dat je eindeloos kunt inzoomen op de kaart, zonder dat de objecten pixelig gaan worden. Je kent dit vast wel als je aan fotobewerking doet op je computer. Naast Shapefiles kan je ook OSM-bestanden (OpenStreetMap) converteren naar AT5. Via deze optie kan je zelf basiskaarten produceren voor je toestel, die er een stuk beter uitzien dan de standaard ingebouwde kaart.
Links : een zelf geproduceerde waterkaart – Rechts een commerciële kaart
Deze Navico Mapcreator Tool zal aan de Lowrance kaartplotters en combotoestellen een heel nieuwe dimensie geven, nu een groot aantal kaarten ter beschikking komen voor de hengelsport. Vaak vinden vissers het niet de moeite om voor een korte vistrip naar het buitenland een extra Navionics-kaartje aan te schaffen (vanwege de eerder hoge kostprijs). Vanaf nu kan je dus op zoek gaan naar een kaart van het visgebied (digitaal of op papier) en omvormen voor gebruik op je plotter. Een basiskaart (OpenStreetMap), een topografische kaart, een aerial kaart (GoogleEarth), of een heuse waterkaart met dieptelijnen en boeien (OpenSeaMap), het behoort allemaal tot de mogelijkheden.
Een stukje Volkerak (Drdepth) en te gebruiken op de Lowrance HDS en Elite dankzij de Navico Map Creator Tool.Nog meer in detail …
De Navico Mapcreator Tool produceert niet enkel kaarten voor de meest recente Lowrance toestellen (HDS en Elite-reeks); er zijn ook opties voor wat oudere units, zoals LMS en LCX-toestellen. Omdat deze laatsten echter over minder processorkracht en geheugen beschikken, zijn de mogelijkheden wat beperkter.
Voorlopig is deze Navico Mapcreator Tool enkel als stand-alone tool beschikbaar. Dat betekent dat je momenteel enkel conversies van bestaande kaarten kunt maken en dat eventueel voorbereidend werk in andere mapping programma’s moet gebeuren. De meeste van deze software is betalend, zoals ArcGis, GlobalMapper, Reefmaster enz… Een goed en gratis alternatief is Quantum Gis (ook wel Q-Gis genoemd) waarmee je zowel het rasterformaat GeoTiff als het vectorformaat SHP kunt produceren. Een echte aanrader dus! Al zal het zeker toch wel wat tijd vergen om je in te werken. Vermoedelijk zal in een latere fase deze Navico MapcCreator Tool geïntegreerd worden in andere mapping programma’s, zodat het hele proces om je eigen waterkaarten te produceren, een stukje eenvoudiger zal worden.
Een basiskaart van de Biesbosch. Zo vaar je temninste niet meer verloren in dit gebied.
Daarmee heeft Lowrance als eerste in de marine kaartplotter industrie zijn formaat volledig opengesteld om een heel scala aan rasterkaarten of vectorelementen, waarover je beschikt (dieptegegevens, oeverlijnen, boeien en andere nautische elementen) te converteren voor gebruik op je Lowrance kaartplotter of combotoestel. Wat kan een bootvisser zich nog meer wensen? Doe er je voordeel mee.
In de loop der jaren zijn er tientallen verschillende theorieën ontstaan voor het vissen op snoekbaars. Soms, als de vangsten niet al te best zijn, zou ik willen dat ik gewoon niks van al die theorieën wist. Het kan je namelijk behoorlijk in de war brengen.
Tekst en foto’s: Corné Ouwehand
Opstarten.
Toen ik zo’n 2 jaar geleden begon met vissen op snoekbaars met de ‘dropshot’ techniek ging er een wereld voor mij open. Ik kocht een setje met loodjes, wat shadjes, fluor carbon en haken. Als hengel gebruikte ik gewoon mijn oude spinhengel, niet ideaal, maar het werkte. Toen ik voor het eerst naar de waterkant ging om te dropshotten ving ik al snel een mooie baars, en even later was het echt raak! Mijn 1e snoekbaars, en de worp daarna gelijk mijn 2e! Ik was meteen verkocht en ging het vaker doen. In het begin hing ik gewoon een willekeurige shad aan mijn haak, een shad die mij wel aansprak. Ik ging steeds meer snoekbaarzen vangen en ging me echt verdiepen in het dropshotten, iets waarvan ik nu weleens spijt heb.
Mijn 1e snoekbaars!
Shads. Ik zocht het internet af naar informatie over ‘goede’ shads. Al snel wist ik een paar leuke artikelen te vinden. Ik las onder andere dat in de zomer vooral flexibele shads goed werken en in de winter werkten, volgens dat artikel, stijve shads het best. Het was winter toen ik dat artikel las dus op naar de plaatselijke viswinkel waar ik wat stijve shads van Berkley kocht. Ik ging ermee vissen en ja hoor, op de stijve shads ving ik vis!
Deze vis vergiste zich in m’n stijve Berkley jerk shad.
Kleur. Ook de kleur is voor snoekbaars erg belangrijk. Zo lees je vaak dat shads met een natuurlijk kleurtje het goed doen in helder water & zonnig weer, shads met een felle kleur in troebel water & minder goed weer (bewolkt). Dit is onder andere een stuk theorie waar ik persoonlijk vaak tegen aan loop. Even een voorbeeld, het is een mooie dag, lekker zonnetje, geen wolkje aan de lucht en een aangename temperatuur, het water daarentegen is enorm troebel! Volgens theorie 1 moet je natuurlijke kleuren gebruiken, want het is mooi weer. Volgens theorie 2 moet je juist felle, opvallende kleuren gebruiken want het water is troebel! Zeker als ik op zo’n dag slecht vang sta ik echt met de handen in het haar, wat nu?
Grootte. De grote van de shads kan ook het verschil maken. Zo zou je in de lente/zomer juist kleiner moeten vissen omdat er dan veel jong broed in het water is. En in de herfst/winter mag het weer wat groter. Deze informatie kan je soms vreselijk aan het twijfelen maken. Zeker als je zomers met shads van 14 cm gewoon goed snoekbaars gevangen hebt, en s ’winters juist met kleine shads van een centimeter of 5.
Deze vis ving ik begin Juli vorig jaar, volgens de theorie zou ik kleine shads moeten gebruiken, maar deze pakte een 5’ shad!
Geen touw aan vast te knopen. Ik vind de snoekbaars maar een maffe vis. De ene dag vang je op een roze shad de sterren van de hemel, en de volgende dag moeten ze er niks van hebben. Van de zomer ving ik op de stijve Berkley Jerk shad een mooie snoekbaars! Een week later ving ik op een hele flexibele shad van Savage Gear ook een dikke vis! Volgens de theorie zou de stijve shad juist voor de winter bedoelt zijn, maar toch ving ik er vis op, en dat was niet de enige die ik van de zomer op die shad ving. Met die gegevens in het achterhoofd is het heel moeilijk om op taaie dagen de juiste keuzes te maken. Want je weet aan de ene kant dat stijve shads voor de winter bedoeld zijn, maar aan de andere kant weet je dat je er laatst goed mee gevangen hebt! Ik weet soms gewoon echt niet wat aan m’n haak moet hangen.
Deze ving ik, zoals je ziet, aan een Spro ratelplug tijdens het trollen op snoek!
Soms… Er zijn dagen dat alles volgens het boekje verloopt. Hartje zomer en een mooie zomerse dag, dus een flexibele, natuurlijke shad aan de haak en dan gewoon goed vangen! Daarentegen zijn er ook dagen dat je alles volgens de theorie goed doet, maar gewoon niks vangt. Wat doe je verkeerd? Is het onkunde? Verkeerd kleurtje? V-staat i.p.v. een schoepstaart? Te groot of te klein? Je weet het gewoon niet.
Deze vis ving ik ‘volgens het boekje’ op een fel roze shad in troebel water!
Wat staat er vandaag op het menu?
Voor mij blijft het iedere dag gewoon een kwestie van uitproberen. Natuurlijk hou ik een beetje rekening met de kennis die ik heb, maar als na een tijd nog geen actie heb gehad wissel ik simpelweg van shad of kleur. Je zult dan vanzelf merken wat er in de smaak valt, dat is bij snoekbaars echt bijna iedere dag weer anders. Soms is dat frustrerend, want blanken is nooit leuk, maar het is toch iedere dag weer opnieuw een uitdaging om erachter te komen wat ze willen!
