Via de mail en pb krijg ik nog steeds heel veel vragen over het bouwen en spuiten van kunstaas. Het onderwerp wat ik hier wil aansnijden is het maken van een siliconen mal om kunstaas in te gieten. Materialen die ik gebruik zal ik niet teveel bij stil staan aangezien er zoveel materiaal is van diverse samenstellingen en merken en winkels dat dat weinig zin heeft. Wat ik gebruik is niet heilig want andere bouwers zweren bij andere materialen. Wat ik echter wel geef is een voorbeeld over hoe je het zou kunnen doen!!

Tekst en foto: Derk vd Molen

Ik gebruik lego voor het maken van een geraamte. (Nummer 1) Makkelijk te hergebruiken en zeer flexibel in te zetten doordat je zelf de afmetingen kan bepalen. Het is stevig en materialen hechten er niet zo heel erg op op de lego. Ik leg mijn “master” (voorbeeld van een aasje welke je wil maken) op een lego plaat en bouw zo de stenen op tot ik voldoende hoogte heb om materiaal (klei) in kwijt te kunnen.

Als ik dat klaar heb maak ik van een lamineervel (Nummer 2) een strookje die daar precies in past anders heb je de ondergrond van de lego afgedrukt staan in de klei en dat wil je niet. Als ik het geraamte vol gedrukt heb met klei haal ik het geraamte los van de plaat.

Je ziet dat je nu een perfect vlakke basis hebt waar je je master in gaat verwerken (Nummer 3). Met een lepel schep je overtollig materiaal weg en je gaat de master er tot de helft in drukken en glad strijken aan de randen. (Nummer 4)

Vervolgend duw je wat gaten in de klei. De reden daarvan is dat je straks twee delen hebt die exact in elkaar vallen. Je bouwt met lego de randen verder omhoog tot je ver voorbij de dikte van de master bent. (Nummer 5)

Nu ga je de siliconen mengen, zorg dat je dat goed door elkaar mengt i.v.m. stevigheid. Mijn Hollandse zuinigheid komt dan wel weer om de hoek kijken want een oude mal gooi ik niet weg maar snij ik ik kleine stukjes ter opvulling van de siliconen. (nummer 6)

Dat scheelt je gewoon in materiaalkosten!! Het hoeft echter niet.. Ik laat wat siliconen over de master lopen en daarna meng ik de snippers van de oude mal door de siliconen heen.(nummer 7 )

Dat mengsel giet in dan verder in het geraamte. En nu is het wachten tot deel 1 klaar is van de mal. Na een dag of twee is het materiaal voldoende uitgehard en draai je het geraamte om en haalt de klei uit het geraamte en herhaal je de stappen van de siliconen weer om deze helft te vullen. Vergeet niet om spray te gebruiken welke bedoeld is om materiaal gemakkelijker uit een mal te halen want anders zitten beide delen muurvast aan elkaar!!!! Nu weer wachten tot deze helft ook klaar is.

Als alles hard geworden is haal je de lego weg en houd je een mal over. Nu een schenktuit maken in de mal en maak die wel op een strategische plek want anders krijg je de mal nooit vol met kunststof bij het gieten. (Nummer 8)

Hoop dat deze uitleg in vogelvlucht wat duidelijk is.

Mochten er nog vragen zijn dan kan op ons Roofviswebforum in dit topic!

Vriendelijke groet,
Derk van der Molen

Het Zuid Westelijk Delta gebied omvat een zout gedeelte en een zoet gedeelte. Waar ik vanaf mei tot en met oktober op de beruchte zoute rover de zeebaars jaag gaat mijn aandacht steeds meer over naar de iets kleinere, maar niet minder felle, zoete rover de baars. In de zomer periode zijn de keuzes steeds moeilijker.. rij ik naar het Haringvliet, Zoommeer en Volkerak of ga ik naar de Ooster- en Westerschelde.. hummmm..

Test en foto’s: Marco Nieuwenhuize

De reden van dit verhaal is dat ik vorig jaar geadopteerd ben in een kleine groep van hardcore zoetwater vissers die iedere week van het jaar opstap gaan langs of op (bellyboot) de zoete gedeelten van de delta.

Deze mannen vissen vaak al vanaf hun jeugd op deze wateren en kennen de stekken, het gedrag en de manieren van de zoetwater baars. De fishing4predatorsclub van vismaten heeft het virus van de jacht op grote baarzen behoorlijk aan me overgedragen.

Omdat er verschil is tussen stilstaand water (Volkerak) en stromend (Haringvliet en Hollands diep) is er ook verschil in gedrag. Stroming is op het Haringvliet belangrijker dan op het Volkerak. Helderheid van het water speelt hierbij natuurlijk ook een rol. Beide wateren zijn de laatste jaren steeds helderder geworden. In het donker vissen op grote baars werkt dan ook soms beter dan overdag.

Er zijn zeker overeenkomsten met het gedrag van de zeebaars. Kleinere baarzen zwemmen in grote scholen en naarmate de baarzen groter worden zijn de scholen steeds kleiner. Wat ik waarneem is dat grote baarzen net als grote zeebaarzen steeds luier worden in hun aasgedrag. Grote zeebaarzen liggen op de bodem krabben te vreten… grote baarzen liggen ook vaak dicht bij of op de bodem en zullen zich te goed doen aan krabjes en kreeftjes die ze van de bodem af plukken. Natuurlijk jagen ze ook op scholen vis en is het gedrag afhankelijk van de watertemperatuur en de tijd in het jaar! En met groot bedoel ik de 45plussers die een ander gedrag hebben dan de 35 tot 40 plussers… en pas op dit zijn mijn ervaringen in het genoemde gebied!

Omdat we voornamelijk vanaf de kant en vanuit de bellyboot vissen zoeken we de vis tussen de 0,5 en maximaal 3 meter water. Alles vissen op de foto’s zijn gevangen op max 3 meter water. Ook hier weer een parallel met de grote zeebaarzen die zich meestal binnen 0 – 20  meter vanaf de kant ophouden (hiermee bedoel ik ook direct tegen de stenenpakking vlak voor je voeten). Denk aan het krab en kreeftjes verhaal..

De tijden waarop we vissen zijn vaak met zonsopkomst en zonsondergang. Zowel in de zomer als in de winter. Zomers heb ik er duidelijk meer moeite mee om vroeg op het water te zijn.

Er is een duidelijk verschil tussen het Volkerak wat stil staat en het Haringvliet wat altijd in beweging is en een lichte getijdenstroom heeft. Staat er geen stroom in het Haringvliet dan zijn de vissen moeilijk te vangen zeker de grotere. Op het Haringvliet kun je vrijwel overal langs de randen, steenpakkingen en wierbedden baarzen tegen komen.

Het Volkerak is altijd een moeilijk water voor de baars. Hier moet je echt op zoek gaan en vangen we meestal in het donker beter dan overdag.

De meest gebruikte methode die we toepassen is werpend vissen (ook vanuit de bellyboot) met lichte jigkopjes van 2 tot 7 gram, kunstaas van max 9 cm en plugjes van 4 tot 9 cm.

Om deze gewichten gecontroleerd te kunnen vissen gebruiken we dunne gevlochten lijnen van 8/00 tot 12/00 en een voorslag van rond de 30/00 fluorocarbon. Hengel lengte voor de kant visserij tussen de 210 en 270 meter.

Volgende keer wil ik meer ingaan op de methodes en materiaal…

Tot visss..

Marco Nieuwenhuize – www.roofvisworkshops.nl

Met dank aan de fishing4predators groep: Marco Verspeten, Jan Netten, Patrick van Westen, Jeroen Starkenburg en Roy van Splunter