Seizoens indeling
Van huis uit ben ik niet zo’n planner als het om roofvis gaat. Maar al te vaak loopt een seizoen anders dan ik op voorhand in gedachten heb. Een buitenlandse trip of een weekendje in eigen land plannen mijn vismaten en ik ruim van te voren maar de rest van het seizoen laat zich niet zo makkelijk plannen. In grote lijnen weten we waar we op welk moment moeten zijn voor het vangen van onze vissen maar dit kan zo maar veranderen onder invloed van factoren die je niet in de hand hebt. Zaken als het weer (te warm, te koud en de windrichtingen) en ook drukte door andere vissers kunnen onze plannen zomaar doen wijzigen.
Tekst en foto’s: Frans Oomen
Seizoensopening
Op het moment dat het seizoen opent blijf ik meestal op mijn thuis wateren vissen. Na een lange periode van droog staan zijn de meeste vissers gebrand om op de gekende wateren hun slag te slaan. Als ik de verhalen hoor van 20 tot 30 boten op het water ben ik blij dat ik daar niet tussen lig. Niet dat er niets te vangen valt, zeker niet, maar ik heb de laatste jaren al vaak mee gemaakt dat mensen in de loop van de dag gaan zoeken als het tegen zit. Als je een lange drift wilt maken komt er soms zomaar een andere boot vlak voor je liggen en kun jij verkassen. Maar al te vaak pakt het dan niet uit zoals gedacht en krassen ze weer op na een paar meter driften. Gewoon omdat ze geen goed plan hebben getrokken. Wel jammer dat het voor jou dan ook om zeep is. Daarom blijf ik op een voor mij bekend water zonder al te veel drukte. Mocht het onverwacht toch druk worden dan weet ik mijn vissen meestal toch wel te vinden en ken ik mijn plekjes wel.
De keuze van kunstaas wordt zoals altijd bepaald door de te bevissen stekken. Het echte grote kunstaas blijft nog een maandje of 2 thuis. In de vroege ochtend vis ik graag op plaatsen met wat structuur in de vorm van stenen en planten. Ik kies de zonzijde van het water omdat daar in de vroege ochtend de vissen echt ondiep kunnen liggen. Het meest gebruik ik rubber in de vorm shads, al dan niet voorgelood en maximaal een centimeter of 20 lang. Wobshads van Spro, Lunker City Salt Shakers en de Creepers van Art baits in de kleinste 2 maten gebruik ik het meest. Staan er planten zoals opkomend fonteinkruid dan grijp ik naar een spinnerbait van het type grinder. Het gewicht kies ik aan de hand van de hoogte van de vegetatie. Meestal gebruik ik 2,5 oz met een wilgenblad als de planten nog laag staan en pak ik een 1,5 oz met een coloradoblad als ik de spinnerbait wat hoger wil vissen. Denk dan bijvoorbeel aan de Nutbuster van Llungen, Rad Dogs van Ruff tackle.
Ook snoekbaars kun je, zeker in de ochtend, op het ondiepe aantreffen. Voor sommigen een bijvangst maar bij ons zeker niet ongewenst. In de regel zijn ze van een mooi formaat en vreselijk agressief. Veel verstokte verticaal vissers klagen over het feit dat ze de vis kort na de opening moeilijk kunnen vinden. De reden: ze liggen vaak nog ondiep. Dit is de periode dat snoekvissers ze nog wel eens vangen. Het speldaas bevind zich in deze periode ook ondiep dus zoeken we onze snoekbaarzen daar ook. Lichtschuw als ze zijn verkassen ze in de loop van de ochtend weer naar diepere oorden. Op rubber laten ze zich het best vangen maar een enkele keer pakken ze ook wel eens een jerkbaitje of spinnerbait. Medium size kunstaas werkt wel het best voor de snorkels.
Wordt het echt druk op het water zoals bij stralend weer wat we in de zomer van 2012, hadden dan kan het voorkomen dat we de vissen niet meer ondiep kunnen vinden. Massa’s speedboten, jetski’s en jachtjes maken dat je op sommige plaatsen niets anders meer kunt doen dan trollen. Veel mensen vinden trollen saai maar als het niet anders kan, dan trollen we. In de regel gebruik ik dieplopende pluggen voor dit werk. Zowel aan mijn hand als aan mijn steunhengel komt iets wat diep loopt. Langs de oevers wil ik nog wel eens een zware spinnerbait trollen zoals de Tripple Threat van Grim Reaper, zeker als er wat planten staan. Trollend vis je die langs de voet van de plantenbedden en daar liggen vaak de grotere vissen. Qua pluggen grijp ik meestal naar een Baby Depth Raider van Bucher, een Ernie, Pikefighter of een andere dieploper. Echt heel groot ga ik met pluggen ook nog niet. Formaat: een centimeter of 15 is ongeveer standaard. Dat ik voor diep lopende pluggen kies heeft niet alleen als reden dat ik de vis dieper zoek. Met zo veel drukte op het water wil ik niet te veel lijn achter de boot hebben. Als ik stil kom te liggen met de boot loop ik niet zo snel het risico dat iemand over mijn kunstaas vaart.
Zomer
Gaan we verder de zomer in dan houdt het er om of we nog door kunnen blijven vissen op snoek. Ik vis liever niet op snoek als het water een temperatuur bereikt van meer dan 20 graden. Ik richt me dan meer op baars, snoekbaars en roofblei. Een spinhengel, een lichte baitcaster, wat bakken met kleiner kunstaas en flink wat zonnebrand is wat ik dan meeneem. Valt er nog wel te snoeken dan richt ik me op de wateren met grote hoeveelheden waterplanten. Ik zoek bewust naar diepere en vooral heldere wateren zoals de grote plassen en de rivier. Hier is het water doorgaans koeler dan op de troebelere wateren. Ik heb sowieso een voorkeur voor het vissen op wateren waar zich ergens een diepere zone bevind.
De vis zoek ik vooral in en nabij de planten. Zeg je planten dan komen automatisch spinnerbaits weer in beeld. Dezelfde spinnerbaits die we in het voorjaar gebruiken gebruik ik ook nu weer. Over grinders is al veel geschreven dus ik zal er niet te veel over uitweiden. Wat ik wel wil aangeven is dat ik ze graag wat sneller vis in de zomer en in het najaar. De vis is staat op scherp en ze zijn alles behalve traag. Door je spinnerbait iets sneller te vissen geef je ze niet de kans om lang na te denken over je kunstaas. Stem je materiaal daarom ook af om wat sneller te kunnen vissen. Reels met een minimum snelheid van 5.0:1 tot 5.3:1 Als hengel gebruik ik graag een iets stevigere hengel voor dit werk. Eentje van het type muskiehengel. Hier en daar zie je wel eens trolhengels gebruikt worden maar persoonlijk vind ik dat deze te weinig body hebben. Zorg ook dat je spinnerbaits gebruikt die bij een wat hogere snelheid mooi recht blijven. Kijk daar goed naar want anders ben je meer waterplanten aan het maaien dan aan het vissen. Even versnellen op het moment dat je spinnerbait de planten verlaat is vaak nét de trigger om tot aanbijten over te gaan.
Staan de planten losser uit elkaar dan vis ik er ook graag met bucktailspinners tussen door. Zeg je tegenwoordig spinner, dan denken de meeste snoekvissers meteen aan de zogenoemde Cowgirls. Toegeven, een Cowgirl is een bucktailspinner maar niet een waar ik graag mee vis. Liever gebruik ik kleinere spinners met een bladmaat #8. Het waarom is snel uitgelegd. Ik schreef hierboven al dat ik graag wat sneller vis met een spinnerbait. Hetzelfde geldt voor een bucktailspinner. Het is dus even zoeken naar geschikte modellen die je bij een beetje snelheid toch nog voldoende diep kunt houden. Goede ervaringen heb ik onderandere met de Mepps Giant killer, Windels Harasser, enkele spinners van Hotspot Fishing en een paar eigenbouw spinners.
Het einde van de zomer
Na de zomer komt de herfst echter voordat het blad van de bomen begint te vallen hebben we nog een hele mooie periode voor ons. Zo vanaf half tot eind augustus en de hele maand september. Als we geluk hebben zelfs de eerste weken van oktober. Een paar jaar terug hebben we begin oktober nog eens de 30 graden aangetikt waarbij ik heel goed gevangen heb in die dagen.
Het mooie aan de nazomer is dat het rustiger wordt op het water. De vakanties zijn voorbij, het water heeft de juiste temperatuur en de snoek is de hele dag actief. Voor mij de periode dat ik meer naar de plassen ga kijken. Op deze wateren blijven de planten al wat langer staan dan bijvoorbeeld op de rivieren. Snoek is daar volop in te vinden dus ben ik niet ver daar vandaan. Het lijkt er trouwens op dat op enkele plassen die ik bevis de planten elk jaar langer blijven staan. Tot in november zijn ze nog mooi groen en bevatten ze snoek.
Ook nu weer is het spinnerbaits wat de klok slaat voor veel mensen. Toch ga ik meer en meer over naar andere kunstaasjes. Zeker na een druk seizoen lijkt het er op dat de betere (lees: meer ervaren) vissen minder moeten weten van die spinnerbaits. Jerkbaits met een zagende aktie komen nu wat vaker aan de speld. Je kan die ook perfect over de planten vissen en het is weer eens wat anders. Populair zullen de nooit worden denk ik maar het vangt voor mij wel heel goed. Het formaat gaat nu ook wat omhoog. Jerkbaits als de bekende Suick en Sandcat gebruik ik graag in een lengte van 9 inch.
De planten hebben hier en daar ook wel wat geleden onder de waterrecreatie in de voorgaande weken. Op sommige plaatsen kun je ook met andere jerkbaits prima uit de voeten. Ook Kan je er over heen vissen dan is een glider het veiligst om geen planten mee te pakken. Hybrides kunnen ook wel ingezet worden mits je ze niet te wild laat uitslaan.
Naarmate we dichter bij de herfst gaan komen wil ik al eens wat vaker groot rubber inzetten. Tot nu toe heb ik vanaf de opening gevist met het kleinere rubber tot ca 20 cm. Nu gaat er voor het eerst wat groters aan hangen. Met de herfst voor de deur wil de vis al eens beginnen met bunkeren voor de winter. Als het er op begint te lijken dat de vis van het ondiepe af gaat zoek ik het wat dieper op. Met de boot in elk geval. Werpend naar de talluds probeer ik de boot op een mooie diepte te houden Het liefst zo rond de 5 á 6 meter. Stekken waar boven op het tallud een meter of 2,5 á 3 staat vis ik het liefst af. Het is bikkelen en hard werken maar de beloning kan er ook naar zijn. Jerkbaits acht ik minder geschikt voor dit werk. Een snoek komt een kunstaasje best wel halen maar ze moeten wel van verder komen daarbij is het in de eerste meters eigenlijk alleen echt productief. In dieper water aangekomen kun je het rubber nog een keer af laten zinken en een jerkbait vis je meer op de zelfde diepte binnen.
Kijk hier voor het tweede deel, Frans Oomen
Op 1 december 2013 is het zo ver, dan organiseert de ’s-Gravenhaagse Hengelsport Vereniging (GHV) in samenwerking met 
