Het vissen met lepels

In een constante zoektocht naar het anders vissen dan anderen kwam ik vorige zomer weer eens een “ouderwetse” lepel tegen tussen mijn kunstaas. Omdat deze lepel in het verleden zijn vangkracht al meerdere malen bewezen had, werd het weer eens tijd om dit mooie stukje kunstaas aan de speld te hangen. Ook omdat ik weet dat weinig mensen tegenwoordig nog met lepels vissen. De kans dat een snoek of snoekbaars nog nooit in aanraking is geweest met dit stukje kunstaas was in mijn ogen dan ook vrij groot.

Teks en foto: Willem Zijlstra.

Ideale lepel om mee te werpen van 14 gram.

Lepels zijn er in verschillende soorten en maten en de mooiste kleuren. Met welke kleur je gaat vissen is in mijn ogen persoonlijk, wanneer de zon schijnt kun je bijvoorbeeld ook eens gaan vissen met de een geheel zilveren lepel, wanneer je niet te diep vist zal de zon erop gaan schijnen en imiteert deze perfect de flankende beweging van een voorn of blei.

Je hebt brede en dunbladige lepels welke ik waarvoor gebruik kom ik later op terug. Het principe blijft hetzelfde, een lepel imiteert aasvis, vooral wanneer je de lepel tijdens het binnendraaien even stil laat vallen en de lepel richting de bodem valt imiteert hij perfect een gewond visje.

De scud van Spro

Vanaf de kant vis ik meestal met een wat lichtere lepel van een gram of 14. Voordeel hiervan is dat je een relatief lichte spinhengel kan gebruiken. Ik gebruik hiervoor een spinhengel tot 30gr en 2.10 cm lang, hier kun je over het algemeen de meeste dunbladige maar ook de meeste brede lepels, die meer weerstand hebben in het water, goed mee vissen. Ook de draad die ik gebruik is niet al te grof, 0.10 mm met een trekkracht van 7kg zodat deze weinig weerstand heeft in het water.

Lepels om te trollen, de Pako 30 en een Spro misty

Wanneer je hebt ingeworpen wacht dan even zodat de lepel de kans krijgt om af te zinken. Ik begin altijd te draaien als de lepel bijna op half water is, we weten dat een snoek omhoog komt en zelden naar beneden duikt op zijn prooi. Draai een lepel rustig binnen, je kunt wel variëren in snelheid maar draai niet te hard, je zult zien dat wanneer je te snel binnen draait de lepel rond zal gaan draaien en hij zijn flankende werking verliest. Laat tijdens het binnendraaien de lepel ook eens “vallen” naar de bodem, wanneer je een volger hebt wil dit nog wel eens werken om de achtervolger over de streep te trekken en toch toe te slaan.

Mooie snoek gevangen aan een getrolde lepel

Een lepel laat zich ook prima trollen, hiervoor geld ook weer niet te snel anders verliest de lepel zijn actie en gaat hij tollen. Ik trol een lepel altijd met behulp van de elektro motor hiermee kan ik meer variëren in snelheid zodat ik de lepel de juiste actie meegeef. Ik gebruik voor het trollen wel een wat zwaardere hengel. Omdat ik voor het slepen  bredere en zwaardere lepels gebruik tot 30 gram, hebben die ook meer weerstand in het water zodat er automatisch meer weerstand op de hengel komt.  De draad blijft hetzelfde, 0.10 mm met 7kg trekkracht, in de praktijk is gebleken dat deze dit makkelijk aankan.  Om de lepel wat dieper te laten lopen gebruik ik vaak een sleeploodje die ik voor de lepel plaats. Voordeel hiervan is dat wanneer je wat sneller vaart de lepel toch diep blijft en niet omhoog komt.

Lood systeem om te trollen.

Ik zou zeggen probeer het eens, je zou weleens voor een aangename verrassing kunnen komen te staan. Volgende keer ga ik wat dieper in op het lepelvissen en geef ik aan hoe je een lepel kunt pimpen bv

Groeten Willem Zijlstra

Reageren op dit artikel doe je op ons gratis Roofvisweb Forum!